
Dankzij mijn brace kan ik weer zonder angst hockeyen
Tijdens het skiën voelt Roos (12) iets knappen in haar knie. Als ze thuis door haar knie blijft zakken, stuurt de huisarts haar naar Anna TopSupport. Na een onderzoek blijkt dat haar voorste kruisband is gescheurd. Mede vanwege haar leeftijd werd besloten om niet direct te opereren en kreeg ze een brace. “Ik kan weer bewegen, zonder dat ik bang hoef te zijn dat ik door mijn knie zak.”
Als Roos 3 jaar geleden met haar ouders en zus op skivakantie is, gaat het op een dag mis. “Ik viel, waarbij mijn onderbeen draaide, maar mijn knie bleef staan”, vertelt ze. “Ik voelde iets knappen en dacht meteen: dat hoort niet.” Haar moeder Annege was er niet bij, maar werd door Roos’ skileraar gebeld. “Roos is toen met haar vader heel voorzichtig naar beneden gekomen. Ze kreeg al snel zwelling in de knie en ze kon niet goed lopen. Toch leek het mee te vallen.” Roos stapte de volgende dag gewoon weer op haar ski’s. “Lopen deed meer pijn dan skiën”, vertelt ze.
De huisarts raadde Anna TopSupport aan
Thuis leek het beter te gaan. “Totdat we ’s avonds een keer gingen wandelen”, vertelt Annege. “Roos gleed uit, terwijl het niet glad was. Ze zakte door haar knie.” Roos vult aan: “Dat gebeurde daarna nog 2 keer op school. Toen besloten we naar de fysiotherapeut te gaan.” Daar kreeg Roos oefeningen, maar werd nog niet de juiste diagnose gesteld. Annege: “Een half jaar later zakte Roos voor de zoveelste keer door haar knie. Toen was ik er klaar mee, en wilde ik een doorverwijzing naar het ziekenhuis. De huisarts raadde ons Anna TopSupport aan.”
Kruisband letsel op jonge leeftijd
Roos kwam bij (kinder)orthopeed Stijn Geraets terecht. “Hij vermoedde al meteen een gescheurde voorste kruisband”, zegt Annege. “De MRI-scan bevestigde dat. Binnen 2 uur hadden we een diagnose.” Volwassenen met een gescheurde voorste kruisband worden meestal geopereerd. Voor Roos was dat niet de eerste keuze. “Omdat ik nog groei en omdat het met brace zo goed gaat”, vertelt ze. In de periode dat ze nog groeit krijgt Roos een brace, die ze met sporten en bewegen omdoet. Ook heeft ze veel getraind met haar fysiotherapeut. “Doordat ik steeds door mijn knie zakte, was ik soms bang om te bewegen. Dankzij de brace niet meer. Ik moest er wel een beetje aan wennen. In het begin had ik vaak blauwe plekken op mijn andere been, omdat ik tegen de brace aan tikte”, glimlacht ze.
Je bent gewoon in goede handen
Roos komt voor controles nog steeds bij Anna TopSupport. Tijdens een van die afspraken deed ze ook een test bij bewegingswetenschapper Nicky van Melick. Daaruit bleek dat, vanwege de gescheurde voorste kruisband, haar hamstring aan hetzelfde been minder sterk was. Daarvoor kreeg ze oefeningen mee van sportfysiotherapeut Joyce Versteeg van Anna TopSupport. “Die hebben geholpen”, zegt Roos. “Het is fijn dat ze daar óók naar keken.” Ook haar moeder is blij met de zorg die haar dochter kreeg. “De eerste keer bij Anna TopSupport was best een beetje spannend. De orthopeed en verpleegkundige namen die spanning meteen weg. En extra leuk voor een hockeyer als Roos: ze kwam bij een orthopeed terecht die het Nederlandse hockeyteam ondersteunt. Bij hem was er ruimte voor een grapje, maar werden we vooral ook serieus genomen. Je bent gewoon in goede handen als je in het Anna bent.”
Betere zorg voor kinderen met kruisbandletsel
Door praktijkonderzoek uit te voeren, verbetert Anna TopSupport de zorg voor kinderen met schade aan de kruisband (kruisbandletsel). Bewegingswetenschapper Nicky van Melick: “De laatste 10 tot 15 jaar is dit letsel toegenomen onder kinderen. Het is belangrijk dat we hier aandacht voor hebben, omdat het letsel bij kinderen niet altijd herkend wordt. Dat zag je ook bij Roos.” Een manier om de zorg voor deze doelgroep te verbeteren, is door speciale fysieke testen voor kinderen te ontwikkelen. “We meten hun kracht, hoe ver en hoog ze kunnen springen en hoe ze bewegen. Dat doen we op een andere manier dan bij volwassenen. De uitslag zegt iets over de voortgang van hun revalidatie. Er kan bijvoorbeeld uitkomen dat sporten weer kan, of dat er juist risico is op een blessure, zoals bij Roos het geval was. Met ons advies kunnen de patiënt en fysiotherapeut vervolgens aan de slag.”