“Iedereen op de club wist: als je een blessure hebt dan moet je naar het Anna.”

Van je hobby je werk maken, wie wil dat niet? Orthopedisch chirurg Rob Bogie groeide in Limburg op met voetbal, met PSV en het Anna. “Mijn vader was voetbaltrainer en iedereen op de club wist: als je een blessure hebt dan moet je naar het Anna”. Rob studeerde in Maastricht en specialiseerde zich in sportorthopedie. Hij werkte daar ook als medisch consulent bij MVV. Maar toen er een vacature kwam bij het Anna hoefde hij niet lang na te denken: “Alles viel op zijn plek.”

Nu is Rob een van de teamartsen van PSV en dat is natuurlijk een bijzondere baan voor een voetballiefhebber in hart en nieren. “Laatst kwamen we dankzij een wegomleiding met de spelersbus door mijn oude dorp. Voor de grap heb ik mijn locatie geappt naar mijn oude vrienden, maar het zette me ook wel even serieus aan het denken. Bijzonder dat het zo kan lopen.”

“Ik houd me vooral bezig met schouders en knieën. Veel kruisbandoperaties bijvoorbeeld. Voor mij maakt het niet uit of ik een topvoetballer behandel of een amateursporter. In de top spelen er natuurlijk wel allerlei belangen mee en is de druk hoog. Maar mijn gevoel bij patiënten is hetzelfde. Eigenlijk is de operatie maar een klein stukje van het succes. De revalidatie erna kan wel een jaar duren. Hier bij Anna TopSupport komt alles bij elkaar. We hadden laatst een meisje dat na de operatie en een langdurige revalidatie een presentje kwam brengen voor ons hele team. Ze had haar eerste minuten gemaakt in de topklasse! Kijk, zoiets geeft voldoening!”

“Voetbal is een belangrijk deel van mijn werk, maar ook nog steeds mijn hobby. Ik train het team van mijn zoon bij DOSL in Leende en ik trap zelf iedere dinsdag een balletje bij DAC (de dinsdagavondclub). Vaak is het haasten van het werk naar de club, dus dan tape ik hier vast mijn enkels in, zodat ik direct door kan. Bij DAC houden we van een geintje. Als ik bij PSV op de bank zit en de wedstrijd is afgelopen, dan stroomt mijn whatsapp standaard vol met de ene na de andere ‘kritische’ evaluatie. Maar zonder gekheid, ik zeg vaak tegen mijn vrouw: ik had geen betere plek kunnen wensen.”